Wilt u op de hoogte blijven en regelmatig een nieuwsbrief
ontvangen? Klik dan hier en ga naar de desbetreffende
pagina!
Overzicht van te behandelen onderwerpen
Vervolgopleiding orthomoleculaire geneeskunde:
Module: De rol van b-vitaminen
De rol van b-vitaminen is zeer veelzijdig. In dit deel gaan
we nader in op de functies die de verschillende stoffen uit
de vitamine-b familie hebben. Behandeld worden de
deficiëntiesymptomen. Ook op het niveau van subklinische
(relatieve) tekorten kunnen de gevolgen op den duur
verstrekkend zijn. In detail wordt bekeken waar o.a. in de
spijsvertering, in het stofwisselingstraject en in de
energiehuishouding ze hun rol hebben. In een bepaalde vorm
(o.a. in een gefosforyleerde toestand) hebben sommige van
de b-vitaminen een belangrijke functie als co-enzym (b.v.
Co-enzym A). Veel b-vitaminen verkeren in ons lichaam niet
in één bepaalde toestand; er zijn vaak verschillende
verwante vormen van dezelfde stof, die inactief of juist
actief kunnen zijn of net een andere functie kunnen hebben.
Er is bij veel b-vitaminen een sterke onderlinge
afhankelijkheid om in de juiste gewenste toestand te komen.
Een aantal b-vitaminen hebben ook een functie in het
cyclisch reductiesysteem.
Module: Kruiden: ‘De relatie tussen dosering
en het (klinisch) effect’
Er zijn verschillende doseervormen: o.a. thee, tinctuur en
extract. Iedere vorm heeft zijn eigen effect. Een kopje
kruidenthee werkt nu eenmaal anders dan een
hooggeconcentreerd extract. Wat zijn extracten en welke
soorten kun je het beste gebruiken. Dit onderbouwd vanuit
de literatuur. (onderzoek) Wanneer kun je kruiden wel en
wanneer beter niet gebruiken. Nieuwe ontwikkelingen (o.a.
registratie en claims) Aan bod komen o.a.: Cimicifuga,
Mariadistel, Artisjok, Vitex, Sint Janskruid, Sabal,
Kurkuma, Echinacea, Iberus Amara en Groene Thee. Ook de
mogelijkheid van combineren (of juist niet) komt aan bod.
Module: Voorbeeld van een werkmodel; 3
constitutietypen
De constitutie van
ieder mens is gebaseerd op een bepaalde relatie van drie
fundamentele en vitale energieën, ook wel dosha’s
genoemd volgens de Ayurveda. Deze zijn bekend onder de
Sanskrietnamen Vata (het lucht/ether-element), Pitta (het
vuurelement) en Kapha (het aarde/water-element) en vormen
de kern van de Ayurveda. Ze bepalen het vermogen voor
gezondheid en de manier waarop iemand reageert op
omstandigheden, situaties, mensen en (orthomoleculaire)
behandelingen. In de ayurvedische zienswijze zijn
geneeskunst en voeding complementaire factoren en géén van
elkaar losstaande wetenschappen. De Ayurveda richt zich
niet alleen op genezing, ze richt zich ook op het voorkomen
van ziekte en daarmee het handhaven van vitaliteit. In de
Ortho Linea opleiding worden de drie constituties behandeld
volgens een aangepast Westers-Oosters model. Besproken
wordt o.a. hoe de Vata, Pitta en Kapha op orthomoleculaire
suppletie, kruiden en voedingsinterventies reageren. Welke
tekorten worden er vaak gevonden, welke dosis wordt
verdragen, welke bijwerkingen worden er gezien (hoe
verloopt de leverconjugatie) en welke diëten zet je in bij
een overmaat aan Vata, Pitta of Kapha.
Module: Voedingsadviezen en spijsvertering
Een goed werkend spijsverteringskanaal staat aan de basis
van een goede gezondheid. De conditie van het
spijsverteringskanaal bepaalt in welke mate voedingsstoffen
worden opgenomen en de mate waarin endotoxines worden
geproduceerd. Daarbij is 70% van het afweersysteem rond de
darm gelokaliseerd. Interventies via de darm helpen daarom
het immuunsysteem reguleren. Ruim 2 miljoen Nederlanders
kampt met spijsverteringsklachten, zoals maagklachten,
obstipatie, diarree, IBS en chronische inflammatoire
darmziekten. Werk aan de winkel dus! In deze module leren
wen hoe voeding invloed uitoefent op de werking van alle
spijsverteringsorganen, de darmflora en het darmslijmvlies.
Besproken wordt o.a. welke voedingsmiddelen, kruiden en
supplementen ondersteunen en welke producten belasten. Ook
wordt aandacht geschonken aan de voedingsaanpak bij
overgroei van bacteriën, schimmels, gisten, zoals bij b.v.
Candida Albicans. Centraal hierbij staat het gebruik van
inzichten uit de reguliere, orthomoleculaire,
natuurgeneeskundige, Traditioneel Chinese en Ayurvedische
voedingsleer.
Module: Voedingsadviezen en
bloedglucosestoornissen
Overgewicht is een explosief groeiend probleem in onze
samenleving. 1 Op de 3 volwassenen is te dik en 1 op de 6-7
kinderen kampt met overgewicht. Naar schatting heeft 90%
van de mensen met overgewicht stoornissen in de
bloedglucosehuishouding: insulineresistentie ofwel
hyperinsulinisme. Jarenlange insulineresistentie leidt vaak
tot andere gezondheidsproblemen, zoals hypertensie,
hyperlipidemie, menstruatie- en overgangsklachten,
hypothyreoïdie, artrose en diabetes type 2. Voorkomen en
behandeling van insulineproblemen betekent daarom een
enorme gezondheidswinst. Peilers van de behandeling zijn
verbeteren van het voedingspatroon, voldoende
lichaamsbeweging, stressreductie en ondersteuning met b.v.
fytotherapeutica en voedingssupplementen. In deze module
gaan we diep in op welke voedingsadviezen en suppletie
zinvol zijn en hoe u ze kunt aanpassen aan de patiënt. Ze
maakt hierbij gebruik van inzichten vanuit de reguliere,
orthomoleculaire, natuurgeneeskundige, Traditioneel Chinese
en Ayurvedische voedingsleer. Ook zal zij de adviezen bij
hypoglycaemie behandelen.
Module: Obesitas
Met de explosieve groei in overgewicht en obesitas
(ziekelijk overgewicht), ontkomt ook de orthomoleculair
arts/therapeut er niet aan om aandacht te besteden aan het
zorgwekkend fenomeen. En hoewel elk pondje door het mondje
gaat, eten we volgens de Gezondheidsraad (richtlijnen 2006)
steeds minder. Er zijn dan ook negen min of meer aanvaarde
oorzaken gedefinieerd van obesitas. In dit blok zullen we
de basis (energiebalans) behandelen en leren corrigeren om
vervolgens de diepte in te gaan door de andere oorzaken met
mogelijke oplossingen in kaart te brengen.
Module: Osteoporose
Op dit moment is het aantal gevallen met osteoporose
(botontkalking) stijgend. Alle huidige preventieve en
curatieve inspanningen zijn gericht op het verhogen van de
botmineraaldichtheid (BMD) en redelijk succesvol, maar
helaas zonder resultaat. Het aantal botbreuken en de
prevalentie van osteoporose nemen niet af. Zou het kunnen
dat onze mechanische kijk op dit fenomeen gewoon verkeerd
is. In dit blok proberen we orde te brengen in het
tegenstrijdig bewijs en met goed onderbouwde alternatieven
te komen.
Module: selenium, vitamine K en D
Er is een uitgebreide rol voor selenium weggelegd. Niet
alleen bij kanker en de preventie hierrvan en bij de
ontgifting, maar dit gaat veel verder. Een verdieping.
Zoals ook geldt voor vitamine K en D. Voor vitamine D gaan
steeds meer stemmen op om de zo net opgehoogde ADH’s
wederom te verhogen!
Module: Darmen: ‘erop of
eronder’
De micro-organismen in de darmen verdedigen hun eigen
leefgemeenschap en hierdoor ook de mens, tegen transiënte,
vaak ziekteverwekkende, micro-organismen. Naast deze
barrièrefunctie nemen de residente micro-organismen deel
aan de stofwisseling van het darmslijmvlies en produceren
sommigen een aantal B-vitaminen Het gevolg van een
disharmonie tussen mens en micro-organismen (dysbiose) is
in de eerste plaats een afname van de natuurlijke afweer
tegen pathogene micro-organismen. Het evenwicht tussen mens
en micro-organismen is afhankelijk van de voortdurende
toevoer van fysiologische bacteriën van buiten af. Er zijn
verschillende oorzaken die het evenwicht kunnen verstoren
zoals een te ver doorgevoerde hygiëne (steriliseren en
denatureren van voedingsmiddelen), een verkeerd
voedingspatroon, toxische belasting vanuit milieu en
voeding, parasitaire belasting, antibioticabehandelingen,
infecties en erfelijke aanleg, etc. We gaan in op de
volgende onderwerpen: opbouw darmwand, de rol
van bacteriën (pre-pro), de verschillende
fysiologische en pathogene bacteriën en hun rol van
betekenis, homeostase darmflora, verdeling van zuurgraad
qua bacteriën, invloed op immuunsysteem, laatste stand
van pre- en probiotica in de (natuur)geneeskunde.
Module: Wetenschappelijke basisbegrippen
We worden om de oren geslagen met onderzoeken, en de één
zou nog beter zijn dan het andere, Maar hoe weet je of het
een goed en gedegen onderzoek betreft? Hoe beoordeel je de
relevantie voor je eigen werk? En hoe vertaal je de
resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar de
orthomoleculaire praktijk? Enige kennis op dit terrein is
belangrijk. Dit vergemakkelijkt het lezen en beoordelen van
wetenschappelijk onderzoek. Het doel is om meer te leren
over de wetenschappelijke basisbegrippen (onderzoek en
statistiek) en de diverse randbegrippen (significant,
gerandomiseerd, etc.) en hierdoor kritischer te kunnen
leren lezen van een onderzoeksverslag met behulp van een
analyseschema en hiermede de kwaliteit te beoordelen van
een onderzoek, het beoordelen van de relevantie van een
onderzoek voor je eigen praktijkuitoefening en dit te
communiceren en het leren zoeken in wetenschappelijke
literatuur zoals in een database als PubMed.
Module: Een verdere inleiding in termen als
(nutri)genomics, bio-informatica en nutridynamics
Door de kennis en ontwikkelingen rondom genomics en
bio-informatica te betrekken bij de voedingswetenschappen
(nutrigenomics) zal beter worden begrepen wat de invloed
van voeding en voedingsstoffen in het lichaam is. Het gaat
hierbij niet alleen om genetische verschillen in het
metabolisme van voedingsbestanddelen (nutrigenetics), maar
ook om hoe voedingsstoffen via effecten op genexpressie en
-regulatie hun effecten in het lichaam uitoefenen. Deze
kennis is van groot belang voor de voedingswetenschap en
zal meer dan nu ‘evidence-based’
voedingsadviezen mogelijk maken. Eén van de ontwikkelingen
hierbij is het bedrijf Salugen, dat de DNA-pil op de markt
brengt. De hele organisatie alsmede de werkzaamheid staan
onder hevige kritiek. De aanzet is gemaakt. Er moet meer
inzicht komen in de werking en de beschikbaarheid van
werkzame stoffen in voeding. Daarom moet er meer aandacht
komen voor 'nutridynamics'. Dat vindt prof. dr. De Vos,
bedenker van de nieuwe term. ‘De voedingsindustrie
heeft behoefte aan kennis over de manier waarop
voedingsbestanddelen in het lichaam terechtkomen, dat er
kennis en inzicht komt over de werkzame stoffen uit
levensmiddelen en hoe deze worden opgenomen in het lichaam
om zo de werking ervan te verbeteren’.
Module: Behandeling van aanvullende stoffen in de
orthomoleculaire geneeskunde
Besproken worden o.a. resveratrol, l-carnosine,
lactoferrine, omega-7, MSM, glucosamine, Boswellia,
l-theanine, Cat’s claw, glucosamine, ribose, alfa
liponzuur en een korte screening van laatste onderzoeken
met gunstige werking van bekende en minder bekende
orthomoleculaire stoffen.
Module: laboratorium diagnostiek
Behandeling van aantal veel voorkomende ziektebeelden met
gebruik van laboratoriumdiagnostiek. Heeft de huisarts of
specialist gericht genoeg gezocht of kunnen we nog verder
differentiëren, uitsluiten, bevestigen? Welke aanvullende
onderzoeken zijn zinvol en wat mag hiervan verwacht worden
in de orthomoleculaire praktijk?
Module: Bio-neuropsychologie
Deze module is een vervolg op hetgeen er in de basiscursus
is behandeld. Aan bod komen de reguliere en
orthomoleculaire (on)mogelijkheden voor interventies bij
diverse neuropsychologische ziektebeelden. Daarnaast
wordt de meest actuele stand van zaken uit de wetenschap en
praktijk besproken. Ook wordt de invloed van voeding op
gedrag onder de loep genomen en de differentiaaldiagnose
besproken.
Module: Communicatie
Goede communicatie tussen behandelaar en cliënt is van
essentieel belang voor het welslagen van de
orthomoleculaire interventie. Wat gebeurt er in de
informatie-overdracht tussen de mensen in de spreekkamer?
Wat wordt er precies gezegd, of bedoeld? Hoe zorg je dat er
therapie-trouw is? Aan de hand van verschillende
communicatiemodellen worden handvatten gegeven die de
communicatie optimaliseren en daarmee het effect van de
interventie vergroten.
Module: Aminozuren en hun betekenis
Het belang van aminozuren is evident. Oude en nieuwe kennis
komen bijeen. Waar komen ze vandaan, hoe komen ze tot
stand, uit welke ‘pool’ kan het lichaam putten,
welke betekenis hebben ze voor onze gezondheid, de
biochemie van aminozuren.
Module: Casuïstiek
En behandelingsmogelijkheden rondom darmziekten naar
aanleiding van de dag van de Module: Darmen: ‘erop of
eronder’. Met beelden zoals, coeliakie, ziekte van
Crohn, collitis ulcerosa, ulcus pepticum, colon carcinoom,
spastisch colon (IBS), diarree- & obstipatie,
levercirrose, cholelithiasis, etc.
Module: Klinische vaardigheden
Hoe kom je tot gerichte vraagstelling in een consult om
datgene te weten te komen dat beslissend is voor je
therapieplan. Wat is van belang om uit te vragen, welke
stap kan gemaakt worden om uit verschillende
voedingsstoffen te komen op het voor een individu
orthomoleculair confectieplan.
Module: De invloed van voeding, voedingsgerelateerde
stoffen en geneesmiddelen onderling; interacties
Voeding, een dieet, ‘functional foods’ en
voedingssupplementen kunnen de werkzaamheid, de werking en
eventuele bijwerkingen van diverse geneesmiddelen
beïnvloeden. Ook kan kan het chronische gebruik van
geneesmiddelen aanleiding geven tot voedingstekorten of
verstoringen in het metabolisme. Beide voorbeelden kunnen
een risico vormen voor de patiënt, de behandeling, het
therapieresultaat en klinische gevolgen hebben.
Module: Sport, voeding en supplementen
Een korte inleiding in welke voeding, voedingsstoffen en
voedingssupplementen nu wel zinvol kunnen zijn bij sport.
Het gebruik van voedingssupplementen wordt in algemene zin
nog steeds afgedaan als onzin. Waar ligt de waarheid, wat
kan wel en wat kan niet?
Wijzigingen onder voorbehoud.